Beginnen met je boek

Als je wilt beginnen met het klaarmaken van je boek voor publicatie, dan open je allereerst het Word-sjabloon dat hoort bij jouw formaat. Dit sjabloon kun je vinden in publicatiestap 3 (manuscript).

Basisinformatie

Bij het klaarmaken van je boek voor publicatie is er een aantal ‘regels’ waarvan het verstandig is je eraan te houden:

  • De eerste pagina van je document is altijd de rechterpagina.
  • Even paginanummers staan op de linkerpagina, oneven paginanummers staan op de rechterpagina. De paginanummers staan bijna altijd aan de buitenkant van de pagina’s.
  • De titelpagina’s en het colofon zijn vrijwel altijd niet genummerd.
  • Het is belangrijk dat je automatische woordafbreking uitschakelt.
  • Een nieuwe alinea maak je met ‘enter’, een nieuwe regel in dezelfde alinea met ‘shift+enter’ en een nieuwe pagina begin je met ‘ctrl+enter’.

Het sjabloon dat je zojuist geopend hebt, houdt hier al rekening mee.

Invullen van titelinformatie en colofon

Wat je in principe als eerste doet, is het invullen van de titel van je boek en je auteursnaam (je eigen naam of een pseudoniem) op de daarvoor bedoelde plekken in het sjabloon. Vervolgens vul je het colofon in. Voor de basisgegevens als ‘schrijver’, ‘omslagontwerp’ en ‘isbn’ hebben we al een regel opgenomen; voor andere zaken kun je zelf regels bijmaken.

Automatische woordafbreking

Het is belangrijk dat je de optie ‘Automatische woordafbreking’ uitschakelt. Als deze optie aanstaat, levert de conversie door ons systeem vaak niet het gewenste resultaat. Je schakelt deze optie als volgt uit:

  1. Ga naar ‘Pagina-indeling’ (Engels: ‘page layout’)
  2. Klik op ‘Afbreken’ (Engels: ‘hyphenation’)
  3. Klik op ‘Geen’ (Engels: ‘none’)

Nieuwe pagina’s

Het komt regelmatig voor dat je een pagina niet geheel wilt vullen, maar op een volgende pagina verder wilt werken. Om dit te doen moet je gebruik maken van de functie ‘Pagina-einde’. Dit werkt als volgt: 1. Klik bovenin op ‘Invoegen’ (Engels: insert), 1. Klik op ‘Pagina-einde’ (Engels: page-break). Tip: je kunt ook gebruikmaken van de toetsencombinatie ‘ctrl+enter’.

Tekst opnemen uit een ander document

Als je delen van je boek al in een apart (Word-)document hebt opgenomen, dan wil je deze kopiëren naar het juiste bestand in plaats van de stukken over te typen. Om ervoor te zorgen dat het kopiëren vlekkeloos verloopt is het belangrijk dat je bij het plakken gebruikt maakt van de functie ‘Plakken speciaal’ (Engels: ‘paste special’). Dit werkt als volgt:

  • Kopieer de tekst die je wilt overnemen.
  • Ga in je boek met de cursor op de plek staan waar je de tekst wilt plakken.
  • Klik vervolgens op het kleine pijltje onder ‘Plakken’ (Engels: ‘paste’) en kies voor ‘Plakken speciaal…’ (Engels: ‘paste special…’).
  • Kies in het scherm dat verschijnt voor de optie ‘Niet opgemaakte tekst’ (Engels: ‘unformatted tekst’).
  • Je tekst zal nu geplakt zijn zonder de originele opmaak, waardoor er later geen problemen kunnen optreden.

Tekst opmaken

Het opmaken van tekst kan in Word op verschillende manieren. De ene manier is heel erg eenvoudig, de ander is iets ingewikkelder. Maar de ingewikkelder methode zorgt wel voor een betere conversie dan de eenvoudige manier.

Eenvoudige opmaak

Eenvoudig tekst opmaken kan met behulp van de functies in de tab ‘start’. Eenvoudige tekstopmaak werkt als volgt. Selecteer de tekst die je wilt aanpassen en maak gebruik van een van de volgende functies (zie de grote rode cirkel):

  • Lettertype: Klik op het pijltje rechts van het veld met daarin de lettertypenaam (in dit voorbeeld staat er ‘Arial’).
  • Lettergrootte: Klik op het pijltje rechts van het veld met daarin de lettergrootte (in dit voorbeeld staat er ‘11’).
  • Dikgedrukt, schuin, onderstreept en doorhalen: maak voor deze functies gebruik van de knoppen ‘B’, ‘I’, ‘U’ en ‘abc’.
  • Tekstkleur: je kunt de tekstkleur aanpassen door op het pijltje rechts van de kleur knop te klikken. Vervolgens kun je een kleur kiezen en deze toepassen.

Als je tekst wilt uitlijnen of puntenlijsten/genummerde lijsten wilt maken, dan maak je gebruik van de functies in de groene cirkel:

  • Puntenlijst: Maak gebruik van de knop met een punten kolom om een puntenlijst te maken. Door op het pijltje te klikken, kun je voor een ander symbool kiezen.
  • Genummerde lijst: Maak gebruik van de knop met een puntenkolom om een genummerde lijst te maken. Door op het pijltje te klikken kun je kiezen voor een andere nummering (bijv. alfabetisch in plaats van numeriek).
  • Inspringen: Als je de tekst (of de puntenlijst) meer of minder wilt laten inspringen maak je gebruik van de knoppen inspringen pijl links of inspringen pijl rechts.
  • Tekstuitlijning: Voor tekstuitlijning heb je vier opties: links uitlijnen, centreren, rechts uitlijnen en ‘uitvullen’. Deze laatste optie zorgt ervoor dat de tekst zowel rechts als links wordt uitgelijnd (je krijgt dus rechthoekige blokken tekst).
  • Regelafstand: met behulp van de knop met paragrafen en een pijltje omhoog en omlaag kun je de regelafstand van de geselecteerde alinea aanpassen. Door op het pijltje te klikken kun je kiezen welke afstand je wilt gebruiken

Geavanceerde opmaak (betere conversie)

In deze methode bouw je je boek op aan de hand van stijlen. Zo heb je voor hoofdstuktitels een stijl, voor subtitels een stijl en voor gewone tekst ook een stijl (en voor alle andere soorten tekst ook). Het gebruik van deze stijlen zorgt ervoor dat de conversie door ons systeem beter verloopt.

Basistekst opmaken

Waarschijnlijk wil je dat het grootste deel van de tekst in je boek dezelfde opmaak heeft. De ‘stijl’ die door Word wordt gebruikt voor de tekst in een document heet ‘Standaard’. Je kunt deze stijl als volgt bewerken:

  • Klik met de rechtermuisknop de stijl ‘Standaard’ (Engels: ‘Standard’) en kies voor ‘Wijzigen’ (Engels: ‘modify’). Het volgende scherm verschijnt:
  • Om het lettertype, lettergrootte, kleur etc. aan te passen klik je onderaan dit scherm op ‘Opmaak’ (Engels: ‘format’) en kies je voor ‘Lettertype’ (Engels: ‘font’). In het naar voren komende overzicht kun je vervolgens alles instellen met betrekking tot het lettertype.
  • Als je de uitlijning van de tekst, de regelafstand of de ruimte tussen alinea’s wilt instellen, klik je onderaan dit scherm op ‘Opmaak’ (Engels: ‘format’) en kies je voor ‘Alinea’ (Engels: ‘paragraph’).
  • Tip: als je de ruimte tussen alinea’s instelt en je wilt een witregel zonder deze lege ruimte, maak dan gebruik van de toetsencombinatie ‘shift+enter’ om de nieuwe regel te maken (in plaats van alleen ‘enter’).

Hoofdstuktitels

Hoofdstuktitels kunnen in Word automatisch worden genummerd en worden weergegeven. In het boekenvak zijn er verschillende standaardvormen waarin hoofdstuktitels worden weergegeven. Voor een aantal van deze standaardvormen bespreken we hieronder hoe je ze kunt maken in jouw document. Voorbeeld 1 Dit is de basisvorm voor een hoofdstuktitel die regelmatig in boeken wordt gebruikt. Het is ook de vorm die het makkelijkst is uit te voeren in Word. Het uitvoeren van deze hoofdstukstijl werkt als volgt:

  • Kies in de tab ‘Start’ (Engels: ‘home’), onder de groep ‘Stijlen’ (Engels: ‘styles’) voor ‘Kop 1’ (Engels: ‘heading 1’) en typ vervolgens de hoofdstuktitel.
  • De automatische nummering voeg je toe door (wanneer je cursor nog op de hoofdstuktitel staat) te klikken op het knopje ‘Lijst met meerdere niveaus’ (Engels: ‘multilevel list’) en vervolgens te kiezen voor de stijl met de nummering met daarachter geschreven ‘Kop 1’ (Engels: ‘heading 1’).
  • Vervolgens kun je de hoofdstuktitel op dezelfde manier opmaken als de basistekst, dus door: rechts te klikken op ‘Kop 1’ en te kiezen voor ‘Wijzigen’ (Engels: ‘modify’). In het voorbeeld is gebruik gemaakt van het lettertype ‘Garamond 16 in Bold’.
  • Vervolgens is voor en na de alinea respectievelijk 36pt en 48pt marge ingesteld.
  • Tot slot is de keuze gemaakt dat hoofdstukken altijd op een nieuwe pagina moeten beginnen. Om dit te realiseren is gekozen om bij het scherm ‘Alinea’ (Engels: ‘paragraph’) onder de tab ‘Regel en pagina-einden’ (Engels: ‘line and page breaks’) de optie ‘Pagina-einde ervoor’ (Engels: ‘page break before’) aan te zetten.

Voorbeeld 2 Dit voorbeeld is iets ingewikkelder om te construeren in Word, maar is wel een stijl die regelmatig in boeken gebruikt wordt. Je maakt deze stijl als volgt: – Kies in de tab ‘Start’ (Engels: ‘home’), onder de groep ‘Stijlen’ (Engels: ‘styles’) voor ‘Kop 1’ (Engels: ‘heading 1’) en typ vervolgens de hoofdstuktitel. – De nummering toevoegen werkt als volgt: ga met je cursor op je hoofdstuktitel staan en klik op ‘Lijst met meerdere niveaus’ (Engels: ‘multilevel list’). Vervolgens klik je op ‘Nieuwe lijst met meerdere niveaus definiëren’ (Engels: ‘define new multilevel list’). Klik daarna in het scherm daar naar voren komt linksonder op ‘Meer’ (Engels: ‘more’). Neem vervolgens de instellingen uit de volgende afbeelding identiek over: – Als je bovenstaande instellingen hebt gedaan, moet je de cursor achter het hoofdstuknummer (en dus voor de titel) zetten en met shift+enter de titeltekst naar de volgende regel verplaatsen. Tot slot moet je nog enkele instellingen doen aan de stijl zelf (lettertype, tekst centreren, afstanden). Dit doe je op dezelfde manier als je de basistekst hebt ingesteld:

  • Klik in de bovenbalk rechts op de stijl ‘Kop 1’ (Engels: ‘heading 1’) en selecteer ‘Wijzigen’ (Engels: ‘modify’). Hier is gekozen voor:
  • Lettertype: Garamond 16, bold
  • Alinea: ruimte voor/na: 36pt/30pt; regelafstand: 2
  • Ook is ingesteld dat hoofdstukken iedere keer op een nieuwe pagina beginnen. Dit werkt op dezelfde manier als bij Voorbeeld 1.

Automatische inhoudsopgave

Als je je hoofdstuktitels hebt gemaakt met behulp van de stijl ‘Kop 1’ (Engels: ‘heading 1’), dan kun je Word automatisch een inhoudsopgave laten genereren. Deze inhoudsopgave maak je als volgt:

  • Klik bovenin op de tab ‘Verwijzingen’ (Engels: ‘references’)
  • Klik vervolgens op ‘Inhoudsopgave’ (Engels: ‘table of contents’) en kies de opmaak die je wilt voor jouw inhoudsopgave.

Paginanummers

In vrijwel ieder boek staan paginanummers. Deze paginanummers worden vrijwel altijd onderaan de pagina opgenomen.

Paginanummer op iedere pagina

Indien je op iedere pagina in het document dezelfde paginanummering wilt, kun je dit heel eenvoudig doen. Klik bovenaan op ‘Invoegen’ (Engels: ‘insert’) en vervolgens op ‘Paginanummer’ (Engels: ‘page number’). Je krijgt dan de keus uit bovenaan en onderaan de pagina, en vervolgens de keuze uit de positie en opmaak van de paginanummers.

Paginanummers beginnen op een bepaalde pagina

Het is in Word mogelijk om je paginanummers pas op een bepaalde pagina te laten beginnen. Dit werkt als volgt:

  • Zet de cursor aan het einde van de pagina voor de pagina waar de paginanummers moeten beginnen.
  • Klik vervolgens op de tab ‘Pagina-indeling’ (Engels: ‘page layout’).
  • Klik in deze tab op ‘Eindemarkeringen’ (Engels: ‘breaks’) en kies voor ‘Volgende pagina’ (Engels: ‘next page’) onder ‘Sectie einden’ (Engels: ‘section breaks’).
  • Zet nu de cursor op de pagina waar de paginanummering moet beginnen
  • Klik op deze pagina op ‘Invoegen’ (Engels: ‘insert’), vervolgens op ‘Voettekst’ (Engels: ‘footer’) en tot slot onderaan op ‘Voettekst bewerken’ (Engels: ‘edit footer’).
  • Je cursor wordt nu verplaatst naar de voettekst en bovenin verandert de menubalk naar opties om de voettekst te bewerken. Klik hier het ‘Aan vorige koppelen’ (Engels: ‘link to previous’) uit.
  • In ditzelfde scherm kun je nu direct klikken op ‘Paginanummers’ (Engels: ‘page numbers’).

Let op: als je de paginanummers in de koptekst in plaats van voettekst wilt plaatsen, dan moet je dezelfde stappen doorlopen, alleen dan kiezen voor ‘Koptekst bewerken’ in plaats van ‘Voettekst bewerken’.

Paginanummers afwijkend op linker- en rechterpagina.

Het is in Word mogelijk om de paginanummers op de linker- en rechterpagina afwijkend op te maken. Hierdoor kun je ervoor zorgen dat paginanummers altijd aan de buitenkant van de pagina staan. Hiervoor ga je als volgt te werk:

  • Klik op deze pagina op ‘Invoegen’ (Engels: ‘insert’), vervolgens op ‘Voettekst’ (Engels: ‘footer’) en tot slot onderaan op ‘Voettekst bewerken’ (Engels: ‘edit footer’)
  • Je cursor wordt nu verplaatst naar de voettekst en bovenin verandert de menubalk naar opties om de voettekst te bewerken. Klik hier op ‘Even en oneven pagina’s verschillend’ (Engels: ‘different odd and even pages’).
  • Vervolgens kun je met de knop ‘Paginanummers’ (Engels: ‘page numbers’) de paginanummers invoegen op de oneven en even pagina. Let op: de oneven pagina’s zijn altijd rechts in het boek en de even pagina’s zijn altijd links.